Op de grens tussen Zambia en Zimbabwe, in het zuiden van Afrika, ligt één van de grootste watervallen ter wereld. Even beroemd, maar groter, breder en machtiger dan de Niagarawatervallen in Noord-Amerika. De gigantische watermassa’s uit de rivier de Zambezi storten in een 108 meter diep ravijn en vormen daardoor een imposant watergordijn met een breedte van 1.708 meter. Als het water op zijn hoogst staat, razen de Victoria Falls met 12.600 m3/s de diepte in. Dit watergeweld dwingt zo veel respect af dat de UNESCO de watervallen in 1989 op de werelderfgoedlijst zette.
Afrika-reiziger David Livingstone vernoemde de watervallen in 1855 naar de Britse koningin Victoria. De Kololo en Lozi, lokale bevolkingsgroepen, noemen de watervallen Mosi-oa-Tunya, wat donderende rook betekent. Een passende naam voor de nevelige flarden die uit de dieptes van het ravijn opstijgen. Deze verfrissende, fijne mist stijgt tot 300 meter op en is tot 30 km verderop te zien.
Onder de watervallen stromen de watermassa’s zigzaggend verder door smalle kloven die lang geleden de oorspronkelijke watervallen vormden. Later verplaatsten de watervallen zich door erosie verder landinwaarts, naar hun huidige positie.
Van de watervallen genieten doe je het beste vanaf het Victoria Falls National Park. Door over de klippen langs de watervallen te lopen, heb je een prachtig uitzicht en word je lekker nat. Wat je allemaal bij de Victoria Falls kunt beleven, lees je hier.
Bron: Canva
Aan de westkant van de watervallen ligt een natuurlijk zwembad dat populair is bij toeristen die van een adrenalinekick houden. De door de watermassa’s uitgesleten infinity-pool is vooral geschikt voor een duik bij lagere waterstanden, bij voorkeur tussen september en november.
Om bij de Devil’s Pool te komen, vaar je eerst met een boot naar het Livingstone-eiland. Van daar brengt een plaatselijke gids je te voet naar de overstroomde gedeeltes van het eiland. Het laatste stuk moet je zwemmend doen. Tegen de stroming in. Wie niet zo fit is, wordt geholpen door ervaren gidsen.
Eenmaal bij de pool, kun je genieten van een spectaculair uitzicht en een oorverdovend geruis. In de Angel’s Armchair kun je ontspannen en op de foto met de watervallen als achtergrond. Leuk extraatje: de piepkleine visjes die ook in de pool rondzwemmen, geven je een vispedicure, die je anders alleen uit Zuidoost-Azië tegenkomt.
Bron: Canva
Van november tot februari is de perfecte tijd om in de Boiling Pot van de Victoria Falls watervallen naar beneden te wandelen. Tussen maart en mei zwellen de watermassa’s zodanig aan dat je er niet meer doorheen komt. Van september tot november veranderen de imposante watervallen meestal in een smal stroompje, waardoor je het indrukwekkende geweld van de Victoria Falls misloopt.
Wandel door de prachtig groene jungle en over een kleine brug tot de zogenaamde Boiling Pot. Zijn naam heeft dit deel van de waterval te danken aan de kracht, waarmee de Zambezi-rivier hier onder de watervallen door het ravijn dondert. Geniet van de nieuwsgierige bavianen die met de waterval om de aandacht van de bezoekers vechten. En met een beetje geluk krijg je ook nog een paar springbokken te zien.
Let op: een deel van de wandeling loopt via steile trappen en rotsen. Het dragen van een helm en zwemvest is daarom verplicht. Als je eenmaal beneden bent, kun je in een van de rubberboten stappen en je door het bruisende water van de Zambezi laten meevoeren.
Tussen juli en januari kun je de stroomversnellingen van de Zambezi met een rubberboot bedwingen. Dankzij de relatief lage waterstand in de tweede helft van het jaar, vormen de golven ook voor ongeoefende waterratten geen gevaar. Terwijl de stuurman instructies roept – naar voren of naar achteren peddelen of in dekking gaan! – raas je met je team de ongeveer 20 stroomversnellingen af. Het water dondert en klotst en je wordt gegarandeerd nat. Bij een pauze aan de oever van de rivier kun je even op adem komen en van het natuurschoon om je heen genieten.
Bron: Canva
Op de grensbrug tussen Zambia en Zimbabwe kun je de grensrivier met droge voeten op een hoogte van 128 meter oversteken. Vanaf de brug zie je een deel van de majestueuze Victoria Falls watervallen en heb je een fantastisch uitzicht op de Batoka-kloof met de watermassa’s van de Zambezi.
De Victoria Falls Bridge is de enige spoorverbinding tussen Zambia en Zimbabwe. Sinds de opening in 1905 heeft de Victoria Falls Bridge veel meegemaakt, zoals talrijke sluitingen tijdens de Zimbabwaanse onafhankelijkheidsstrijd. En er werden, halverwege de spoorbrug, in een wagon vredesonderhandelingen gehouden. Pas sinds 1980 is de brug weer zonder onderbrekingen in gebruik. Een aantal oude locomotieven wordt nog steeds gebruikt. Treinreizigers kunnen, getrokken door een stoomlocomotief, van het landschap genieten.
Voor een adrenalinekick moet je op de brug zijn. Hier kun je bungeejumpen en er wacht een reuzenschommel inclusief val van 70 meter in de diepte op je.
Bron: Canva
De Victoria watervallen maken sinds 1972 deel uit van het Mosi-oa-Tunya National Park, maar worden al sinds 1934 aan beide kanten van de grens beschermd. In het 66 km² grote park kun je zebra’s, giraffen, antilopen, buffels en nog veel meer wilde dieren uit het gebied bewonderen. Dieren die hier, door de afwezigheid van roofdieren, vredig kunnen grazen. Ook de zeldzame witte neushoorn voelt er zich weer thuis, dankzij de grote moeite die het park doet. Door de overzichtelijke afmetingen van het nationale park kunnen bezoekers de dieren van heel dichtbij zien, zonder dat ze gestoord worden – een heel bijzonder safari-avontuur.
Bron: Canva
Olifanten die vredig verfrissing zoeken langs de oever van de rivier en nijlpaarden die langzaam hun neus uit het water optillen. Een boottocht tijdens zonsondergang, als de ontelbare goud- en roodtinten zich in het water van de Zambezi spiegelen. Een riviersafari is een spectaculaire ervaring.
Bekijk de kleine eilanden en kanalen boven de Victoria Falls watervallen en ga naar het Livingstone-eiland, dat naar de eerste Europeaan vernoemd is die de watervallen zag. Op de riviertocht, waarmee je tot in het Mosi-oa-Tunya National Park komt, krijg je met een beetje geluk nog meer wilde dieren te zien. De Zambezi is de levensader voor onder meer krokodillen, buffels en bavianen.
Bron: Canva
Je bent natuurlijk vooral naar de Victoria watervallen gekomen voor de natuur en de adrenaline. Maar de Zimbabwaanse stad Livingstone, vernoemd naar zijn eerste bezoeker, heeft een rijke geschiedenis en is zeker een bezoek waard.
Livingstone is even oud als de Victoria Falls Bridge en werd in 1905 gesticht. Als hoofdstad van het koloniale Rhodesië was de stad van strategisch belang als handelspunt en regeringszetel. Tot de dag van vandaag kun je je vergapen aan de oude koloniale gebouwen langs de hoofdstraat en je afvragen welke spannende verhalen zich hier afgespeeld hebben.
Sinds Lusaka de hoofdstad van Zambia is, heeft Livingstone iets van zijn roem verloren. Maar de vele toeristen die vanaf hier de Victoria watervallen bezoeken, hebben de stad een impuls gegeven. Bezoek bijvoorbeeld de Mukuni Park Curio Market, waar schilders en kunstenaars hun stukken verkopen. Van creatieve sieraden tot prachtige schilderijen en huishoudelijke voorwerpen die zowel mooi als praktisch zijn. Je vindt er van alles.
Of bekijk een van de oudste gebouwen van de stad: het Livingstone-museum en leer meer over de spannende geschiedenis van de stad en het land. Maak ook een wandeling door het Sculpture Park, in de buurt van het museum. Hier tonen plaatselijke kunstenaars hun sculpturen van Afrikaanse dieren – een geheimtip voor alle kunstliefhebbers.