Tanzania is met zijn leeuwen, giraffen en olifanten het land van de safari‘s. Althans zo wordt het vaak gepresenteerd aan Afrikareizigers die uit zijn op avontuur. En het klopt, wilde dieren zien tijdens een safari in de Serengeti is een adembenemende ervaring die je niet mag missen.
Maar het Oost-Afrikaanse land heeft meer te bieden: de Tanzanianen, hun manier van leven, hun cultuur en hun rituelen. Er wonen meer dan 120 etnische groepen in Tanzania en elke groep heeft zijn eigen tradities, muziek, kleding en rijke geschiedenis. En die kun je tijdens je reis door Tanzania leren kennen.
Sukuma: de mensen uit het noorden
De grootste etnische groep in Tanzania zijn, met 10 miljoen mensen, de Sukuma. Dit is een zesde van de totale bevolking van Tanzania. Hun naam betekent ‘noorden‘ en daarom worden de Sukuma ook wel de ‘mensen uit het noorden‘ genoemd.
De meeste Sukuma wonen in het noordwesten van Tanzania. Ten zuiden van het gigantische Victoriameer. Maar ook verder in het zuiden, in de buurt van de grens met de Democratische Republiek Congo, wonen Sukuma. Daar maken ze deel uit van een andere, grotere etnische groep, de Nyamwezi. Tegenover buitenstaanders stellen ze zich daarom vaak voor als Nyamwezi.
Van oudsher boeren
De meeste Sukuma zijn boeren die mais, gierst, cassave, rijst en nog veel meer verbouwen. Ook hun runderen, geiten en schapen zijn een belangrijke inkomsten- en voedingsbron. De Sukuma slachten hun dieren maar zelden, maar gaan plaats daarvan op jacht.
God en de verering van voorouders
Veel Sukuma zijn tegenwoordig christen of moslim, terwijl anderen nog hun traditionele geloof belijden. De almachtige god van de Sukuma wordt Lyuba, Liwelelo, Lubangwe of Seba genoemd en geldt als schepper van het universum.
Bulabo-danswedstrijd
Elk jaar, van juni tot augustus, komen de Sukuma samen om elkaars kwaliteiten in de traditionele dans te meten. Het middelpunt van de wedstrijden vormt bulabo, een festival dat traditioneel door twee beroemde dansgroepen, de Bagika en Bagal, wordt gevierd. Dansers en liedjesmakers doen er wekenlang alles aan om zo veel mogelijk mensen in vervoering te brengen. De traditionele kostuums die voor deze bijzondere gelegenheid gemaakt worden, worden elk jaar met nieuwe creatieve elementen versierd. Zo werden tijdens een van de Bulabo-festivals grote houten figuren gebruikt en er is zelfs een keer een plastic apenmasker uit Japan gezien.
Masai: trotse krijgers
De Masai zijn sinds het succes van het boek ‘De blanke Masai‘ wereldberoemd. Ze zijn een etnische groep die in het noorden van Tanzania en het zuiden van Kenia woont. Tot deze bekendste Oost-Afrikaanse bevolkingsgroep behoren meer dan 1 miljoen mensen. Maar homogeen zijn de Masai, zoals vaak wordt aangenomen, in geen geval. Er zijn zestien subgroepen die weer in verschillende clans zijn onderverdeeld, waarbij elke clan zijn eigen tradities en rituelen heeft.
Bron: Canva
Standvastige halfnomaden
De manier van leven van de Masai is vandaag de dag nog steeds grotendeels half nomadisch, ondanks uiteenlopende pogingen van regeringen om de mensen te bewegen tot het opgeven van hun nomadische bestaan. Hun huizen zijn overeenkomstig eenvoudig. Hutten van leem en koeienmest worden in een kraal gebouwd en met doornstruiken beschermd. De Masai worden tegenwoordig steeds vaker beperkt in hun nomadische bestaan, omdat hun levensruimte steeds meer bevolkt wordt, maar ook door de beschermde natuurreservaten Masai Mara en Serengeti.
Runderen: de trots van de Masai
Het rundvee vormt het middelpunt van het bestaan van de Masai. Engai, de scheppingsgod van de Masai zou hen volgens de overdracht runderen hebben beloofd. Een Masai zonder rundvee is daarom geen echte Masai. Om erkend te worden, moet het hoofd van een familie een bepaald aantal dieren hebben.
Maar de Masai gebruiken niet alleen het vlees en de melk van de dieren als voedsel. Ook hun bloed wordt geconsumeerd. Uit de halsader van de dieren wordt soms wel 2 liter bloed getapt. Het dier leeft daarna gewoon verder. Het bloed, gemengd met melk wordt saroi genoemd en geldt als een van de belangrijkste levensmiddelen van de Masai.
Bron: Canva
Sopa, shuka en adumu
De Masai spreken Maa, een taal die tot de Nilo-Saharaanse taalfamilie behoort. Als Masai elkaar tegenkomen, begroeten ze elkaar met een simpel ‘sopa‘, wat ‘hallo‘ betekent. Vervolgens wordt naar de kinderen, vrouwen, het vee en het huishouden gevraagd. Dat kan zomaar meerdere minuten duren. Dat betekent dus even geduld hebben.
Iedereen kent de karakteristieke kleding die veel Masai tot de dag van vandaag met trots dragen. Deze kleding wordt shuka genoemd en valt op door de felle rode kleur. De stof heeft vaak een ruit- of streeppatroon in een andere, soms contrasterende, kleur. Prachtige kleurrijke kralenkettingen en armbanden maken de outfit af.
De meest bijzondere modecreaties en sieraden worden bewaard voor speciale gelegenheden. Prachtig uitgedost gaan de Masaikrijgers (Muran) op een rij staan voor de traditionele springdans adumu. Deze dans wordt opgevoerd bij huwelijken of bij de eunotor (de tiendaagse ceremonie, waarbij jonge krijgers de huwbare leeftijd krijgen).
Bron: Canva
Kuria, de buren van de Masai
Niet ver van de weidegebieden van de Masai wonen de Kuria. Deze etnische groep is ten oosten van het Victoriameer gevestigd. In het gebied tussen de rivieren Migori en Mara. Ongeveer een half miljoen mensen horen bij deze bevolkingsgroep. Net als de Masai wonen ze zowel in Tanzania als in Kenia.
Traditionele veeboeren en akkerbouwers
Oorspronkelijk waren de Kuria koeherders die vooral landbouw bedreven om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Ze verbouwden cassave, gierst en zoete aardappel. Tegenwoordig hebben ze zich gespecialiseerd in koffie, rietsuiker, tabak en mais. Maar ook de visvangst is een belangrijke inkomstenbron voor de Kuria. Veel Kuria zijn daarnaast vaak ook ranger, soldaat of politieagent.
Kuria-dorp Nyamburi
In de buurt van de stad Mugumu in het noordwesten van het Serengeti-park ligt het dorp Nyamburi. Dit dorp is niet, zoals veel andere zogenaamde ‘traditionele‘ dorpen, gebouwd voor de toeristen, maar is de geboorteplek van reisgids Paul. Dit dorp bezoeken we tijdens onze tour door Tanzania. Hier leer je alles over de manier van leven van deze mensen en geeft Paul antwoord op al je vragen over rituelen, de geschiedenis en het eten van de Kuria.
Nyamburi wordt, net als de meeste dorpen van de Kuria, boma genoemd, en bestaat uit een groep ronde hutten met een omheining eromheen. Je kunt er een aantal nachten doorbrengen en het leven van de Kuria van dichtbij meemaken.
Daarbij leer je vast ook een paar woorden Igikuria. Onthoud alvast dat je een Kuria begroet met een vriendelijk ‘amang’ana’ (hallo) of ‘mbuya ohoyere’ (Hoe was je dag?). Zo zul je meteen vrienden maken.
Het isubo-ritueel van de Kuria
Met een beetje geluk krijg je ook een indruk van de rituelen van de Kuria. Het isubo-ritueel bijvoorbeeld, waarbij oudere mannen in de groep van de oudsten worden opgenomen. Traditioneel worden voor de feestelijkheden daaromheen maskers van runderhuiden, vuurrode gedroogde bonen en veren gedragen. Een waar spektakel, waaraan veel emotie en trots verbonden is.
Zanaki: de etnische afkomst van de eerste Tanzaniaanse president
De Zanaki is de kleinste etnische groep in Tanzania en bestaat uit nauwelijks 200.000 leden. Toch zijn de Zanaki bekend. Dat is te danken aan Julius Nyerere, die in 1961 het onafhankelijke Tanzania stichtte en de eerste president werd. Zijn vader was Nyerere Burito, een belangrijk traditioneel hoofd van de Zanaki.
De Zanaki zijn goede buren van de Kuria en wonen in de buurt van de stad Musoma, ten oosten van het Victoriameer. Ze spreken de gelijknamige Bantoetaal Zanaki. De groet ‘waleli‘ zul je veel horen en snel herkennen.
De Zanaki begroeten je met ‘waleli’, de Masai met ‘sopa’ en de Sukuma zeggen ‘ulimola’. Maar waar je ook bent op je reis in Tanzania, je zult overal verwelkomd worden met een hartelijk ‘karibu!’ (welkom in het Swahili).
Bezoek onze website voor meer informatie over onze reizen naar Tanzania: https://www.africaventura.nl